Wat zegt deze regel?
Dr. Albert Mehrabian (Professor Emeritus Psychologie aan de Universiteit van California (Los Angeles), UCLA) deed in de jaren 1960 heel veel onderzoek naar communicatie, en dan meer specifiek naar de impact van non-verbale communicatie. Vermoedelijk heb je in sommige opleidingen of workshops al wel gehoord van zijn visie en regel die door velen geïnterpreteerd wordt op de volgende manier:
Face-to-face-communicatie wordt voor:
- 7% beïnvloed door de woorden (dus wat je zegt);
- 38% door de stem (articulatie, intonatie, spreektempo, stiltes, adempauzes enz.);
- 55 % door de lichaamstaal (oogcontact, lichaamshouding, lichaamsbeweging, handen, armen enz.).
Heel veel trainers, sprekers en communicatiespecialisten zeggen dat de lichaamstaal en de stem het meest impacterend zijn en bovengeschikt aan de inhoud, aan de woorden dus. Spontaan voelen we wel aan dat de lichaamstaal en stem heel belangrijk zijn, maar om nu de woorden af te doen als ondergeschikt, dat voelen we vaak niet zo aan …
Nochtans is de klassieke uitleg van deze regel vaak verkeerd. We moeten eigenlijk zeggen dat ze verfijnd moet worden uitgelegd, namelijk dat deze regel vooral van toepassing is als we het hebben over een context waarin emoties, gevoelens en attitudes essentieel zijn. Bijvoorbeeld bij een verontschuldiging voor iets. Dan is het belangrijk om de woorden te geloven. De impact van de stem en lichaamstaal is hierbij fundamenteel. De stem en lichaamstaal moeten consistent zijn met de woorden. Anders geloven we iemand niet (helemaal).
Als het daarentegen gaat over een zakelijke uitleg of een formele presentatie, dan zullen de woorden het meeste impact hebben.
Het geloof in iemands woorden in een emotionele context daarentegen hangt wel heel sterk af van hoe alles gezegd werd en van de lichaamstaal. Maar gewoon concluderen dat de woorden in élke communicatie ondergeschikt zijn aan de stem en lichaamstaal is een verkeerde interpretatie van Mehrabian’s sterke visie.