Heel wat lokale besturen stellen studenten te werk om tijdelijke tekorten op te vangen (zorgsector) of voor specifieke activiteiten (speelpleinwerking, kampen tijdens de schoolvakanties, …).
Bestuur en studenten kunnen van het RSZ-voordeeltarief gebruik maken als de student hoogstens 475 uren per kalenderjaar werkt. Dit plafond wordt verhoogd tot 600 uur voor de volgende twee jaren. In 2024 volgt dan een evaluatie van deze maatregel. Op 27 december ll. verscheen de wetgevende tekst in het Belgisch Staatsblad.
De verminderde RSZ-bijdrage bedraagt steeds 8,13%, samengesteld als volgt:
- 5,42% voor rekening van het bestuur
- 2,71% voor rekening van de student.
De andere voorwaarden blijven onverkort van toepassing, nl.
– een schriftelijke studentenovereenkomst (voor een periode van maximum 12 ononderbroken maanden);
– studentenarbeid moet worden verricht tijdens perioden van niet-verplichte aanwezigheid bij de lessen;
– ten laatste op de dag waarop de student het werk aanvat moet een Dimona STU-aangifte gedaan worden. Wordt de Dimona-aangifte later verricht, dan worden deze uren geacht buiten het contingent te vallen en zijn de gewone socialezekerheidsbijdragen verschuldigd.
Geen plafond in de gezondheidszorg
Het jaarplafond werd in 2022 niet toegepast in de zorgsector. Zo kon de zorgsector het personeelstekort (deels) opvangen. Dat betekent dat de uren die studenten in die sector presteerden in 2022 niet meetelden voor het maximum van 475 uur. De prestaties kwamen dus niet in aanmerking om na te gaan of het plafond al dan niet werd bereikt.
Deze maatregel werd door de programmawet verlengd voor het eerste kwartaal van 2023. De uren in de zorgsector die tijdens dat eerste kwartaal gepresteerd zullen worden tellen dus niet mee voor het plafond van 600 uur.
Hoe zit het fiscaal?
Over het algemeen is er geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd op de eerste 475 uren studentenarbeid per kalenderjaar die onderworpen zijn aan de verminderde solidariteitsbijdragen.
De regels over de inhouding van de bedrijfsvoorheffing op de inkomsten werden op de laatste werkdag van het jaar aangepast. Zo zal er ook op fiscaal vlak in 2023 en 2024 rekening worden gehouden met het plafond van 600 uur.
Die regels worden bovendien ook zo aangepast dat de gepresteerde uren in de zorgsector niet mee in rekening zullen worden gebracht.
Er zal dus geen bedrijfsvoorheffing verschuldigd zijn op de bezoldiging van deze (600) vrijgestelde uren of van de geneutraliseerde uren in de zorgsector.
Hoe zit het met het Groeipakket?
De regeling van de kinderbijslag (Groeipakket) zal nog aangepast moeten worden aan deze wijziging. Een aangepaste regeling inzake de kinderbijslag ligt momenteel voor bij de Raad van State.
