Heel vaak wordt er over perfectionisme in een negatieve betekenis gesproken. Iets waar je ‘vanaf moet’, waarbij je moet leren om een gemiddelde nauwgezetheid of een normale controlegerichtheid te ontwikkelen.
Ik had al vaker het gevoel dat er ook een ander soort perfectionisme bestaat en merk dat dit nu bevestigd wordt (in o.a. de literatuur). We kunnen dus spreken over negatief en positief perfectionisme. Want perfectionisme is inderdaad niet per definitie slecht.
De ene vorm van perfectionisme is negatief zelfkritisch perfectionisme en de andere vorm is positief perfectionisme omdat dat iemands persoonlijke norm of standaard is.
Perfectionisme is de houding om alles wat minder ok, minder perfect, minder ‘helemaal in orde’ is te beschouwen als onacceptabel. Als iemand negatief zelfkritisch perfectionistisch is, hangt zijn of haar eigenwaarde of eigengevoel af van het bereiken van perfectie. We kennen allemaal zo’n mensen rondom ons, misschien herkennen we dit ook bij onszelf. We merken dan vaak een meer negatieve, en ‘afbrekerige’ houding. Men lijkt nooit echt tevreden, en men linkt dit aan het hele zelfbeeld. Men kan ook moeilijk genieten want er is altijd ‘iets’ dat niet ok is. Vaak zijn mensen ook weinig positief naar anderen toe en weinig waarderend voor zichzelf. Een pluim geven aan zichzelf (en anderen) wordt vaak moeilijk. Of soms lijkt het vooral een kwestie van negatief te kijken naar zichzelf, terwijl men de indruk heeft dat de anderen het allemaal wel prima doen.
Mensen die zelfkritisch perfectionistisch (negatief perfectionistisch) zijn, voelen zich vaak schuldig en schamen zich wanneer ze niet perfect zijn. Hun eigenwaarde hangt ervan af. Zijn ze niet perfect, dan voelen ze zich minderwaardig. Mensen die op deze manier perfectionistisch zijn, hebben de neiging om uitstelgedrag te vertonen en te piekeren.
Hiertegenover staat een andere vorm van perfectionisme, namelijk het positief perfectionisme. Iemand die perfectionistisch is vanuit persoonlijke standaarden of normen, en dit ook graag heeft en daar positieve gevoelens aan vasthangt, doet dat vanuit een soort passie, positieve energie, en streeft dus ook naar perfectie, maar zijn of haar eigenwaarde hangt niet af van het al dan niet bereiken van perfectie. Men streeft ernaar om perfecte dingen te doen, zonder dat dit de eigenwaarde raakt bij het niet-invullen ervan. Men wil leren uit fouten, uit eventueel ‘falen’, en men probeert andere wegen, manieren enzovoort. Men zet door en zet zich terug op het pad.
Mensen die perfectie nastreven vanuit een persoonlijke standaard of norm om zo goed mogelijk te presteren en hun ‘beste zelf’ te zijn, blijken zich positief te voelen tijdens het nastreven van hun doelen. Ze blijken ook betere vooruitgang te boeken in het behalen van hun doelen. Deze vorm van perfectionisme heeft mooie, positieve effecten op de eigen motivatie, op het effectief bereiken van de doelen en op hun zelfgevoel.