In een organisatie nemen mensen als het ware drie soorten rollen op, namelijk:
- een functionele rol: dit is de functie die men uitvoert (bv. die van omgevingsambtenaar);
- een organisatorische rol: dit is de rol die te maken heeft met de plaats in het organogram;
- een samenwerkingsrol: dit is de rol die het gedrag toont als je met mensen samenwerkt.
Meredith Belbin analyseerde mensen in een team en zag dat ieder teamlid vaak een bepaalde wijze van werken en doen toont als hij/zij met anderen werkt. Belbin noemt dit een teamrol. Teamrollen beschrijven het gedrag dat we tonen wanneer we samenwerken met anderen. Elke teamrol is een soort strategie in het omgaan met het werk en met de collega’s, of zoals het soms ook gezegd wordt: een soort ‘samenwerkingsstijl’ die te zien is door om te gaan met anderen. Onze natuurlijke teamrollen worden vaak onbewust toegepast en worden dus vertaald in gedrag dat men toont zonder er veel bij na te denken. Een teamrol geeft met andere woorden de bijdrage aan die je aan het team levert en zegt hoe je met andere teamleden omgaat.
Er zijn negen teamrollen, aldus Belbin, namelijk:
- de bedrijfsman (‘implementer’): de betrouwbare, harde werker die na het nemen van beslissingen zijn/haar werk zo goed mogelijk doet;
- de brononderzoeker (‘resource investigator’): de netwerker, de ideeënverbinder;
- de monitor (‘monitor evaluator’): de bedachtzame analist die in de diepte zaken uitzoekt en verwerkt;
- de vormer (‘shaper’): de drijvende, doelgerichte kracht die focust op een resultaat;
- de coördinator (‘coordinator’): de neutrale organisator en ‘bijeenbrenger’ van mensen;
- de groepswerker (‘team worker’): de warme-sfeerbewaker in een team;
- de zorgdrager (‘completer finisher’): draagt zorg voor alle details en maakt het werk af;
- de plant (‘plant’): de creatieve, intelligente, meer introverte werker;
- de specialist (‘specialist’): de vakman of -vrouw op zijn/haar terrein.
Volgens Belbin is een team in het voordeel en dus gebaat als er veel diversiteit is in de rollen. De negen rollen zijn vaak complementair: ze vullen elkaar aan en versterken elkaar, maar ze kunnen soms ook tegenstrijdig zijn en rivaliseren. Ze worden soms als vervelend aangevoeld, maar volgens Belbin is een team veel sterker en performanter bij een mooie diversiteit aan rollen.