Op 20 januari 2023 werd het Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van de minimale voorwaarden van de rechtspositieregeling van het personeel van lokale en provinciale besturen goedgekeurd.
Het vorige besluit dateerde van 2007 voor de gemeente en 2010 voor het OCMW. Naast deze besluiten zijn er nog een aantal andere wettelijke teksten die als basis dienden voor de rechtspositie van het personeel, nl. het besluit betreffende de toekenning en vaststelling van het vakantiegeld, de bepalingen inzake het aanwerven en ter beschikking stellen van kabinets- en fractiepersoneel, het besluit betreffende de externe personeelsmobiliteit, het besluit betreffende de externe personeelsmobiliteit, het ministerieel besluit tot vaststelling van de lijst van de erkende diploma’s.
Voorgaande besluiten verdwijnen bij de inwerkingtreding van het Besluit Rechtspositieregeling 2.0.
Wat nog meer typerend is en overeenstemt met de uitgangspunten van het BVR RPR 2.0 is dat in 82 artikelen alles wordt geregeld. Eén van de centrale uitgangspunten van het nieuwe BVR RPR is dat veel autonomie en keuzevrijheid gelaten wordt aan de lokale besturen. Het nieuwe BVR RPR regelt enkel de minimale voorwaarden, hierbinnen kan elk lokaal bestuur een eigen richting uitgaan. Besturen kunnen er ook voor opteren om de bestaande regelingen te behouden, voor zover die in overeenstemming zijn met het nieuwe BVR.
Aanje Kints overloopt in aparte thematische dossiers de vernieuwende insteek van het BVR. Naast een verduidelijking wordt er ook steeds een reflectie gegeven naar de bestaande regeling.
Alle bijdragen die reeds verschenen zijn kan u als HRMConnect-abonnee terugvinden in volgend handig overzicht. Ook volgende bijdrages zal u hier steevast kunnen terugvinden.
Heeft uw bestuur nog geen abonnement op HRMConnect? Vraag een vrijblijvende demo aan en ontdek samen met uw collega's alle troeven van HRMConnect.