De inflatie daalde in de maand mei tot 5,2%. Dit is meer dan een halvering sinds eind oktober 2022, toen de inflatie met maar liefst 12,37% op het hoogste peil in jaren (1975) stond. Verwacht wordt dat de indicator van de levensduurte de rest van het jaar verder zal afnemen om tegen de jaarwisseling op nul uit te komen.
Dat is goed nieuws voor de meerjarenplannen (MJP) van de lokale besturen en dan vooral wat betreft de personeelskosten aangezien vorig jaar, bij het opmaken van de aanpassing van het MJP 2020-2025, meerdere spilindex overschrijdingen meegerekend werden in de begrotingscijfers. Dit feit, samen met de hoge energieprijzen, leidde toen in een aantal lokale besturen tot doemscenario’s voor de resterende beleidsperiode.
Overeenkomstig de gegevens van het Planbureau moesten de wedden van het overheidspersoneel in 2023 immers aangepast worden in de maanden januari, februari, april en september. Zoals het er nu naar uit ziet, zal in 2023 slechts één overschrijding van de spilindex plaatsvinden en dit in de maand oktober waarbij de lonen van het overheidspersoneel vanaf december verhogen met 2%.
Aangezien de verwachtte overschrijdingen van de spilindex nu (deels) teruggedraaid kunnen worden in de aankomende aanpassing van de meerjarenplannen, ontstaat er in 2023 voor de lokale besturen een extra budgettaire ruimte van om en bij de 4% op het personeelsbudget. Gelet op het feit dat deze loonaanpassingen, eens ze doorgevoerd werden, ook ‘verworven’ zouden zijn, kan deze extra budgettaire ruimte tevens doorgetrokken worden naar de laatste twee jaren van het beleidsplan, 2024 en 2025.
Een bijkomende meevaller om de zomer in te gaan, is de daling van de energieprijzen. De prijs van aardgas is maar liefst met 60% gedaald ten opzichte van vorig jaar en de prijs van elektriciteit verminderde met meer dan een kwart.
Of al deze ‘meevallers’ voldoende zullen zijn om de stijgende rente op leningen op te vangen of om de traditioneel piekende investeringsuitgaven richting gemeenteraadsverkiezingen 2024 te neutraliseren, zal nog moeten blijken.