De Arbeidsovereenkomstenwet regelt de opeenvolging van arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur en overeenkomsten voor een duidelijk omschreven werk. Er mogen maximaal vier contracten worden afgesloten, waarbij elk contract voor minstens drie maanden moest afgesloten worden en waarbij de totale duur van deze contracten niet langer mag zijn dan twee jaar.
Het afsluiten van opeenvolgende vervangingsovereenkomsten gedurende meer dan twee jaar is ook verboden in de Arbeidsovereenkomstenwet.
Deze twee regels bestonden jarenlang los van elkaar. Duidelijkheid ontbrak bij een afwisseling van arbeidsovereenkomsten van bepaalde duur en/of overeenkomsten voor een duidelijk omschreven werk en vervangingsovereenkomsten. De wet verbood deze afwisseling niet expliciet. Er werd dan ook, in bepaalde situaties, gebruik van gemaakt.
Het Grondwettelijk Hof heeft dit issue opgelost door te oordelen dat het niet gerechtvaardigd was om de werkzekerheid niet in alle situaties van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten te garanderen, met inbegrip van situaties van opeenvolgende arbeidsovereenkomsten voor een bepaalde duur en/of overeenkomsten voor een duidelijk omschreven werk en vervangingsovereenkomsten.
Begin dit jaar werd ook de Arbeidsovereenkomstenwet aangepast. De regeling die erin werd opgenomen laat wat ruimte aan besturen die door omstandigheden moeten teruggrijpen naar een opeenvolging van contracten van bepaalde duur en vervangingscontracten.
Onze expert Aanje Kints schetst een helder overzicht van de spelregels op HRMConnect.