Onze thematische dossiers rond de RPR 2.0 werden geüpdatet naar aanleiding van de wijzigingsbesluiten van 10 november 2023 en 12 januari 2024. In dit artikel vindt u een kort overzicht van de wijzigingen. |
- Flexi-jobs
In de lokale rechtspositieregeling kan bepaald worden welke bepalingen van de rechtspositieregeling op specifieke personeelscategorieën al dan niet van toepassing zijn. Aan deze lijst worden nu de medewerkers tewerkgesteld met een flexi-jobarbeidsovereenkomst toegevoegd. De flexi-jobarbeidsovereenkomst wordt geregeld volgens de algemene regels van het arbeidsrecht, met uitzondering van bepaalde specifieke materies waarvoor de wet van 16 november 2015 een afwijkende regeling vaststelt.
Voor deze categorie is een minimaal uurloon vastgesteld, net als een minimaal enkel vakantiegeld. Vanaf 1 januari 2024 dient een flexijobber een vergoeding te ontvangen die overeenstemt met het toegepaste barema voor de functie.
- Uitbreiding externe personeelsmobiliteit naar federale ambtenaren
Samenwerking tussen de verschillende bestuursniveaus blijft een belangrijke hefboom.
- Selectieprocedure
De publicatietermijn van vacatures kan nu gedifferentieerd worden in functie van de in te vullen vacature. Er moet nog steeds een minimale publicatietermijn vermeld worden, maar de termijn kan eventueel verlengd worden.
Een lokaal bestuur kan ervoor kiezen om een andere test dan een niveau- of capaciteitstest te organiseren. Een loutere cv-screening is niet mogelijk.
De formele aftoetsing aan de algemene voorwaarden kan ook gebeuren door de algemeen directeur of door de dienst HRM.
- Loopbaan
De verplichte proeftijd voor statutairen werd geschrapt, maar er kan wel een inwerkperiode voorzien worden voor contractuele en statutaire personeelsleden.
Een bestuur kan een eigen regeling uitwerken om door te schuiven in de functionele loopbaan op basis van eigen criteria, bv. anciënniteit bij het bestuur.
Twee nieuwe redenen tot ambtshalve herplaatsing werden ingevoerd: als herkansing na een ongunstige opvolging, feedback of evaluatie of als alternatief voor ontslag wegens beroepsongeschiktheid, of na afschaffing van een functie.
- Nieuwe bedragen haard- en standplaatstoelagen
- Statutaire medewerkers: zorgverlof en afwezigheid wegens overmacht
Elke werknemer heeft recht op 5 werkdagen zorgverlof per jaar en het recht om zijn werk te verzuimen wegens overmacht in verband met dringende familieomstandigheden in geval van ziekte of een ongeval waardoor de onmiddellijke aanwezigheid van de werknemer vereist is. Er wordt een beperking ingevoerd op cumul van deze afwezigheden en de 20 dagen onbetaald gunstverlof. Deze dagen worden toegekend op jaarbasis, maar ze komen niet bovenop de 20 dagen onbetaald gunstverlof op jaarbasis. Het opgenomen zorgverlof en/of verlof wegens overmacht wordt dus in mindering gebracht van het onbezoldigd verlof als gunst. Dit geldt voor zowel het statutaire als het contractuele personeelslid.
- Uitbreiding begrip dienstactiviteit
De opsomming van de afwezigheden die gelijkgesteld worden met dienstactiviteit wordt uitgebreid met de afwezigheid wegens dwingende redenen en het zorgverlof. Beide verloven bestonden reeds voor contractuele medewerkers en dit op basis van de Arbeidsovereenkomstenwet, maar wordt nu ook ingevoerd voor de statutaire medewerkers.
- Impact van bepaalde afwezigheden op opbouw geldelijke anciënniteit, vakantiegeld publieke sector en eindejaarspremie
In de rechtspositieregeling kunnen bepaalde periodes van dienstactiviteit niet in aanmerking genomen worden voor opbouw geldelijke anciënniteit, vakantiegeld publieke sector en eindejaarspremie. Aan deze lijst worden nu periodes van afwezigheid wegens dwingende redenen en afwezigheid wegens zorgverlof toegevoegd.
- Berekening ziektekredietdagen
Voor de opbouw van het aantal ziektekredietdagen vermeldt het initiële besluit van 20 januari 2023 het begrip voltijdse prestaties. Deze vermelding wordt vervangen door het begrip volledige dienstactiviteit. Hierdoor wordt vermeden dat situaties gelijkgesteld met effectieve prestaties zoals onder andere vakantieverlof en ziektedagen, alsook stakingsdagen en onbetaald verlof, als recht niet meegerekend worden voor de berekening van het ziektekrediet.
- Maximaal 20 dagen onbetaald verlof als gunst
- Uitbreiding omstandigheidsverlof: langdurige pleegzorg
Medewerkers hebben recht op omstandigheidsverlof en dat niet alleen voor hun kind of het kind van hun samenwonende of huwelijkspartner, maar ook voor hun pleegkind of het pleegkind van de samenwonende of huwelijkspartner in het kader van langdurige pleegzorg op het moment van de omstandigheid.
- Verlofdagen later opnemen
Het personeelslid moet zijn verlofdagen later (na afloop van het vakantiejaar) kunnen opnemen wanneer deze dagen omwille van arbeidsongeschiktheid, moederschapsrust, vaderschapsverlof als omzetting van moederschapsrust, profylactisch verlof, geboorteverlof, adoptieverlof, pleegzorgverlof en/of pleegouderverlof niet in het vakantiejaar konden opgenomen worden.