De nieuwe regeling waarbij vakantiedagen die niet kunnen opgenomen worden in het vakantiejaar en dit omwille van ziekte, heeft ook een impact op de regeling waarbij een cumulverbod geldt tussen vakantiegeld en ziekte-uitkeringen.
Wanneer een medewerker zijn vakantiedagen niet heeft kunnen opnemen omwille van ziekte, krijgt hij de mogelijkheid om deze later op te nemen. Deze vakantiedagen worden wel uitbetaald in het vakantiejaar.
Een aanpassing van de regelgeving drong zich op.
Om mutualiteiten toe te laten de controle op het principieel cumulverbod tussen vakantiegeld en ziekte-uitkeringen uit te voeren, stuurden zij een document ‘aangifte vakantiedagen’ naar lokale besturen. Dit gebeurde vanaf oktober. Naar aanleiding van de recente wijziging van de regels inzake samenloop van arbeidsongeschiktheid en jaarlijkse vakantie, is dit algemeen principe overbodig geworden. Bovendien hebben de werknemers (in specifieke omstandigheden) de mogelijkheid om wettelijke vakantiedagen, die zij niet kunnen opnemen vóór het einde van het vakantiejaar, over te dragen naar een volgend vakantiejaar. Dit kan vanaf het vakantiejaar 2024.
Het vakantiegeld voor deze overdraagbare dagen ontvangen zij wel op het einde van het oorspronkelijke vakantiejaar. Dit vakantiegeld kan eigenlijk beschouwd worden als een voorfinanciering van de overdraagbare vakantiedagen. Hierdoor kan de periode waarin de werknemer dit vakantiegeld ontvangt, bezwaarlijk nog beschouwd worden als een periode gedekt door vakantiegeld.
Als gevolg hiervan wordt vanaf het vakantiejaar 2024 het algemeen principe van weigering van ZIV-uitkeringen in periodes met vakantiegeld afgeschaft. Bijgevolg heeft de jaarlijkse aangifte vakantiedagen geen reden van bestaan meer.