De Vlaamse Ministerraad keurde op vrijdag 12 maart 2021 definitief een besluit goed dat de mogelijke negatieve gevolgen van Covid-19 remedieert voor de personeelsleden van de lokale besturen. Daarnaast bevat dit besluit ook een aantal bepalingen omtrent fietsmobiliteit, het quarantaineverlof, het opvangverlof en een verduidelijking met betrekking tot de hospitalisatieverzekering voor de personeelsleden.
We lijsten de belangrijkste bepalingen even voor u op.
1. Duidelijkheid over periodes van tijdelijke werkloosheid wegens overmacht ten gevolge van corona
Deze periodes tellen mee voor de berekening van administratieve anciënniteiten en tellen mee als werkelijke dienst.
Deze periodes worden voor de berekening van de eindejaarstoelagegelijkgesteld ook gelijkgesteld met periodes waarvoor het personeelslid het salaris volledig heeft ontvangen op voorwaarde dat het personeelslid tijdens de referentieperiode titularis van een betrekking met volledige prestaties of onvolledige prestaties was.
Ze tellen verder ook mee als periodes met recht op salaris, en geven dus recht op jaarlijkse vakantiedagen in het publiek stelsel.
2. Het corona-ouderschapsverlof wordt gelijkgesteld met het ouderschapsverlof
3. Fietsmobiliteit
De raad kan beslissen dat het personeelslid op vrijwillige basis de gehele of een gedeelte van de eindejaarstoelage in te ruilen tegen voordelen ter bevordering van de fietsmobiliteit. Verder kan de raad beslissen dat ook vakantiedagen die per kalenderjaar boven het minimum van 28 dagen toegekend worden, door het personeelslid (op vrijwillige basis) ingeruild kunnen worden tegen zulke voordelen ter bevordering van fietsmobiliteit.
Regels daaromtrent moeten bepaald worden in de lokale RPR.
4. Hospitalisatieverzekering
Het besluit verduidelijkt ook artikel 160 van het BVR RPR: voor personeelsleden die ten minste halftijds aangesteld zijn of een arbeidsovereenkomst hebben voor ten minste een halftijdse betrekking, wordt de hospitalisatieverzekering volledig ten laste genomen door het bestuur.
5. Opvang-, pleegouder-, pleegzorg- en quarantaineverlof
Er is voorzien dat statutairen hetzelfde recht hebben op pleegzorgverlof als contractuelen, namelijk 6 dagen per jaar. Opvangverlof bij adoptie wordt voor statutairen bepaald op 6 weken per personeelslid en verhoogt met 2 weken voor een adoptie- of pleegvoogd, die verdeeld worden indien beide ouders adoptie- of pleegvoogd worden.
Pleegouderzorgverlof in geval van langdurige pleegzorg wordt voor statutair personeel ook bepaald op 6 weken en wordt verhoogd met 2 weken voor een pleegouder. Deze bijkomende weken worden verdeeld tussen beide ouders indien ze allebei pleegouder worden.
Het quarantaineverlof voor statutairen wordt ook verankerd. Dit verlof moet tegemoet komen aan sluiting van scholen en opvangcentra en aan verplichte quarantaine van statutair personeel. Dit verlof is enkel aangewezen indien geen mogelijkheid tot telewerk bestaat en wanneer het tijdelijk toekennen van een andere functie of de opname van andere verloven/overuren niet mogelijk is.
Het volledige besluit kan u hier raadplegen.