De codex over het welzijn op het werk wordt aangepast voor wat de persoonlijke beschermingsmiddelen betreft:
- de werkgever wordt ertoe verplicht erover te waken dat tijdens alle fasen van het gebruik, het onderhoud, de reiniging, de ontsmetting en de herstelling van het PBM de juiste procedure wordt gebruikt om de blootstelling aan de risico’s zo veel mogelijk te vermijden (art. IX.2-17 en IX.2-20).
- de bijlagen IX.2-1 en IX.2-2 worden vervangen, waarbij de huidige bijlage IX.2-2 niet langer per persoonlijke beschermingsmiddel (PBM) aangeeft voor welke risico’s zij bescherming biedt, maar vertrekt vanuit de verschillende risico’s en geeft per risico weer welke PBM desgevallend moeten gebruikt worden, hetgeen een logischere aanpak is. Hierbij dient opgemerkt dat de Belgische wetgeving op een aantal punten strenger is dan de richtlijn (EU) 2019/1832. Om het beschermingsniveau niet te verlagen, werden de in de Belgische wetgeving reeds voorziene strengere maatregelen ook opgenomen in de nieuwe bijlage IX.2-2.
Meer info op de site van FOD WASO.